--- NIEUW ---

(Online) boekje over De Schema's

van schematherapie

--- NIEUW ---

(Online) boekje over De Modi

van schematherapie

Schema-kaartjes

Set van 28 kaartjes 

7 basisbehoeften en 21 schema's

           &

Modi-kaartjes

Set van 32 kaartjes


Bekijk  de inhoud van de SCHEMA-KAARTJES

Bekijk  de inhoud van de MODI-KAARTJES


Introductie Schema- en Modi-kaartjes

De schema- en modi-kaartjes zijn ontworpen als praktische en visuele hulpmiddelen voor schematherapeuten of vaktherapeuten die gebruik maken van schematherapeutische werkvormen.

De kaartjes maken abstracte begrippen zoals schema’s en modi visueel en toegankelijk, zowel voor kinderen als volwassenen. Ze kunnen ingezet worden om cliënten op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de verschillende schema’s en modi, en om deze tijdens de behandeling te verhelderen en verdiepen.
Door de visuele vormgeving worden innerlijke patronen, emoties en reacties eenvoudiger herkenbaar en bespreekbaar. Dit draagt bij aan het vergroten van inzicht, het stimuleren van zelfreflectie en het versterken van het therapeutisch proces.
De kaartjes kunnen gebruikt worden om sessies te structureren, 

 

Wat is schematherapie?

De schema- en modi-kaartjes zijn ontwikkeld als praktische en visuele hulpmiddelen voor therapeuten die werken met schematherapeutische werkvormen. Ze zijn geschikt voor gebruik binnen schematherapie en vaktherapie (muziektherapie, danstherapie, dramatherapie, psychomotorische therapie (PMT) en speltherapie).

De kaartjes maken abstracte begrippen zoals schema’s en modi visueel en toegankelijk, zowel voor kinderen als volwassenen. Ze kunnen ingezet worden om cliënten op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de verschillende schema’s en modi, en om deze tijdens de behandeling te verhelderen en verdiepen.
Door de visuele vormgeving worden innerlijke patronen, emoties en reacties eenvoudiger herkenbaar en bespreekbaar. Dit draagt bij aan het vergroten van inzicht, het stimuleren van zelfreflectie en het versterken van het therapeutisch proces.
De kaartjes kunnen gebruikt worden om sessies te structureren,

DE BASISBEHOEFTEN

Schematherapie gaat ervan uit dat ieder mens een aantal belangrijke psychologische basisbehoeften heeft. Deze behoeften zijn nodig om je veilig, gewaardeerd en verbonden te voelen, en om jezelf te kunnen ontwikkelen tot een evenwichtige volwassene.

Er zijn zeven basisbehoeften die in schematherapie worden onderscheiden:

1. VEILIGHEID & VERBONDENHEID

Je hebt mensen nodig die er voor je zijn, die je beschermen, troosten en met wie je je verbonden voelt.

2. AUTONOMIE & IDENTITEIT

Je hebt ruimte nodig om jezelf te zijn, je eigen keuzes te maken en te ontdekken wie jij bent.

3. REALISTISCHE GRENZEN

Je hebt duidelijke regels en grenzen nodig, zodat je leert wat wel en niet kan, en hoe je rekening houdt met anderen.

4. ZELFEXPRESSIE & ZELFWAARDERING

Je moet je gevoelens en gedachten kunnen uiten, en het gevoel hebben dat je ertoe doet en gewaardeerd wordt.

5. SPONTANITEIT & SPEL

Je hebt plezier, speelsheid en ontspanning nodig, zonder altijd serieus of verantwoordelijk te hoeven zijn.

6. ZELF-COHERENTIE

Je hebt een gevoel van samenhang nodig: dat je jezelf begrijpt en dat je leven logisch aanvoelt.

7. RECHTVAARDIGHEID

Je hebt het recht om eerlijk en respectvol behandeld te worden, en om gelijkwaardig te zijn aan anderen.

Als een kind opgroeit in een omgeving waarin deze basisbehoeften niet (voldoende) worden vervuld — bijvoorbeeld door verwaarlozing, overbescherming, afwijzing of onduidelijke grenzen — dan kunnen er schema’s ontstaan.

Schema’s zijn diepgewortelde patronen van denken, voelen en doen. Ze ontstaan vaak al op jonge leeftijd en blijven onbewust meespelen in je volwassen leven.

Bijvoorbeeld: als je als kind weinig veiligheid hebt ervaren, kun je als volwassene moeite hebben met vertrouwen in anderen. Of als je nooit hebt geleerd dat jouw gevoelens ertoe doen, kun je jezelf wegcijferen of het gevoel hebben dat je niet belangrijk bent.

DE SCHEMA'S

Schema’s kunnen ontstaan door ingrijpende, traumatische ervaringen, zoals mishandeling, verlies of verwaarlozing. Maar ook minder ernstige, terugkerende negatieve ervaringen in de jeugd — zoals steeds afgewezen worden, weinig ruimte krijgen om jezelf te zijn, of voortdurend kritiek krijgen — kunnen leiden tot het ontwikkelen van schema’s.
Een schema is een diepgeworteld patroon in hoe je denkt, voelt en reageert. Vaak zijn deze patronen onbewust: je merkt ze niet direct op, maar ze beïnvloeden wel hoe je situaties ervaart en hoe je met anderen omgaat. Ze kunnen zorgen voor gedrag dat je belemmert, zoals jezelf wegcijferen, anderen niet vertrouwen, of het gevoel hebben dat je nooit goed genoeg bent.
Schema’s ontstaan meestal als reactie op onvervulde basisbehoeften in de kindertijd, zoals veiligheid, liefde, autonomie en waardering.

In schematherapie leer je deze patronen herkennen, begrijpen en veranderen, zodat je beter voor jezelf kunt zorgen en je leven meer in balans komt.


De zeven basisbehoeften en bijbehorende schema’s

Schematherapie onderscheidt zeven psychologische basisbehoeften. Bij elk van deze behoeften kunnen verschillende schema’s ontstaan als ze in de jeugd onvoldoende zijn vervuld:

De zeven basisbehoeften en de 21 schema's:

1. VEILIGHEID & VERBONDENHEID

De behoefte aan een veilige, stabiele en liefdevolle omgeving.

   1.1 EMOTIONELE VERWAARLOZING

   1.2 VERLATING/INSTABILITEIT

   1.3 WANTROUWEN/MISBRUIK

   1.4 SOCIAAL ISOLEMENT/VERVREEMDING

   1.5 MINDERWAARDIGHEID/SCHAAMTE

2. AUTONOMIE & IDENTITEIT

De behoefte om jezelf te mogen zijn en je eigen keuzes te maken.

   2.1 MISLUKKING

   2.2 AFHANKELIJKHEID/INCOMPETENTIE

   2.3 KWETSBAAR VOOR ZIEKTE EN GEVAAR

   2.4 VERSTRENGELING/KLUWEN

3. REALISTISCHE GRENZEN

De behoefte aan duidelijke regels en grenzen, en respect voor anderen.

   3.1 ZICH RECHTEN TOE-EIGENEN

   3.2 ONVOLDOENDE ZELFCONTROLE/ZELFDISCIPLINE

4. ZELFEXPRESSIE & ZELFWAARDERING

De behoefte om gevoelens en wensen te uiten en gewaardeerd te worden.

   4.1 ONDERWERPING

   4.2 ZELFOPOFFERING

   4.3 GOEDKEURING/ERKENNING ZOEKEN

5. SPONTANITEIT & SPEL

De behoefte aan plezier, speelsheid en ontspanning.

   5.1 EMOTIONELE GEREMDHEID

   5.2 EXTREEM HOGE EISEN/OVERMATIG KRITISCH

   5.3 NEGATIVISME/PESSIMISME

   5.4 BESTRAFFENDE HOUDING

6. ZELF-COHERENTIE

De behoefte aan een samenhangend en stabiel zelfbeeld.

   6.1 GEBREK AAN EEN BETEKENISVOLLE WERELD

   6.2 GEBREK AAN COHERENTE IDENTITEIT

7. RECHTVAARDIGHEID

De behoefte aan eerlijke en respectvolle behandeling.

   7.1 ONRECHTVAARDIGHEID


Deze schema’s kunnen zich op verschillende manieren uiten in het dagelijks leven. In schematherapie leer je deze patronen herkennen, begrijpen en veranderen, zodat je beter voor jezelf kunt zorgen en je basisbehoeften op een gezonde manier kunt vervullen.

 

DE MODI'S

Naast schema’s kent schematherapie ook modi. Een modus is een tijdelijke gemoedstoestand: een manier van voelen, denken en reageren die opkomt wanneer één of meerdere schema’s worden geactiveerd. Je kunt het zien als een innerlijke “rol” die je op dat moment aanneemt. Soms is zo’n modus helpend, maar vaak zorgt het juist voor gedrag dat je in de weg zit.

Modi kunnen zich uiten in emoties, gedachten en gedrag. Bijvoorbeeld: als je schema van verlating wordt geraakt, kun je in de modus van het KWETSBARE KIND schieten — je voelt je dan verdrietig, bang of alleen. Of je komt juist in een beschermende modus terecht, waarin je je afsluit of boos wordt.

Schematherapie maakt onderscheid tussen functionele en disfunctionele modi:

  • Functionele modi helpen je om op een gezonde manier met jezelf en anderen om te gaan.
  • Disfunctionele modi ontstaan vaak als overlevingsstrategie, maar kunnen op de lange termijn juist problemen veroorzaken.

Gezonde modi

  • GEZONDE VOLWASSENE – Zorgt voor balans, zelfzorg, gezonde grenzen en verbinding met anderen.

Gezonde kind-modi

  • BLIJE KIND – Voelt zich vrij, speels, spontaan en verbonden.

Kind modi

  • KWETSBARE KIND – Voelt zich verdrietig, bang, hulpeloos of verlaten.
  • EENZAME KIND – Ervaart een diep gevoel van isolement.
  • IMPULSIEVE KIND – Handelt vanuit directe behoeften zonder nadenken.
  • BOZE KIND – Voelt frustratie of woede door onvervulde behoeften.
  • RAZENDE KIND – Wordt overspoeld door intense woede of drift.
  • AFHANKELIJKE KIND – Voelt zich klein, onzeker en afhankelijk van anderen.

Onaangepaste oudermodi

  • STRAFFENDE OUDER – Is streng, kritisch en afwijzend naar zichzelf of anderen.
  • VEELEISENDE OUDER – Legt hoge eisen op, streeft naar perfectie en controle.

Vermijdende coping modi

  • AFSTANDELIJKE BESCHERMER – Sluit zich af van gevoelens en relaties.
  • ONTHECHTE ZELFSUSSER – Zoekt afleiding of verdoving via bijvoorbeeld eten, gamen of middelen.
  • BOZE BESCHERMER – Reageert met boosheid om kwetsbaarheid te verbergen.
  • KLAGENDE BESCHERMER – Uit frustratie of onmacht door te klagen.
  • VERMIJDENDE BESCHERMER – Ontwijkt moeilijke situaties of emoties.

Overgave coping modi

  • WILLOZE INSCHIKKELIJKE – Past zich voortdurend aan, uit angst voor afwijzing of conflict.

Overcompensatie coping modi

  • ZELFVERHEERLIJKER – Doet zich beter voor dan anderen om kwetsbaarheid te verbergen.
  • PEST EN AANVAL – Valt anderen aan om zichzelf te beschermen.
  • OVERCONTROLEERDER – Probeert alles te beheersen uit angst voor chaos.
  • BEDROG EN MANIPULATIE – Gebruikt strategieën om invloed te krijgen of pijn te vermijden.
  • ROOFDIER – Handelt zonder empathie, puur gericht op eigen belang.
  • AANDACHT- EN ERKENNINGZOEKER – Zoekt voortdurend bevestiging van buitenaf.

 

Imaginaire rescripting

Imaginaire rescripting is een oefening die vaak wordt gebruikt in schematherapie om nare herinneringen uit je jeugd op een helende manier te verwerken. Het is een vorm van geleide verbeelding, waarbij je met gesloten ogen teruggaat naar een moeilijke situatie van vroeger — bijvoorbeeld een moment waarop je je alleen, bang, afgewezen of niet gezien voelde.

Samen met de (vak)therapeut ga je die herinnering opnieuw beleven, maar deze keer met een andere afloop. Je stelt je voor dat er iemand komt die jou helpt, beschermt of troost. Dat kan de therapeut zijn, een fantasiefiguur, of jijzelf als volwassene. Zo geef je jezelf alsnog wat je toen nodig had: veiligheid, steun, liefde of erkenning.


Hoe werkt imaginaire rescripting?

Imaginaire rescripting bestaat meestal uit twee stappen:

1. Teruggaan naar een moeilijke herinnering

Samen met de (vak)therapeut ga je met gesloten ogen terug naar een moment uit je jeugd dat nog steeds pijn doet. Dit gebeurt in een veilige en rustige setting. Je vertelt wat er gebeurt in die situatie, hoe oud je bent, wat je voelt, denkt en wat je nodig hebt. Het gaat er niet om om het te analyseren, maar juist om het gevoel van toen opnieuw te ervaren — zodat je erbij stil kunt staan en het kunt doorvoelen.

2. De herinnering veranderen

In de tweede stap verandert er iets in het beeld. Jijzelf als volwassene, of de (vak)therapeut, komt in de herinnering en grijpt in. Bijvoorbeeld door het kind te troosten, te beschermen of op te komen voor wat het nodig heeft. Je herschrijft als het ware het verhaal, zodat er een nieuwe, helpende ervaring ontstaat. Dit kan het gevoel van machteloosheid, angst of eenzaamheid verzachten en ruimte geven aan heling.

Imaginaire rescripting

Imaginaire rescripting in vier fases (volgens de ijsberg van Pesso)

In schematherapie gebruiken we soms de ijsbergmetafoor om te laten zien hoe gevoelens en gedrag werken. Wat je aan de buitenkant ziet — zoals boosheid, terugtrekgedrag of spanning — is maar een klein deel van wat er vanbinnen speelt. Onder het oppervlak liggen vaak diepere emoties, herinneringen en onvervulde behoeften. Imaginaire rescripting helpt om die onderliggende lagen te verkennen en te helen.

Deze oefening kun je uitleggen in vier overzichtelijke fases. Ze maken het makkelijker om een moeilijke herinnering te doorvoelen, te begrijpen en op een nieuwe manier te beleven.

1. De onprettige situatie in het heden

1. De onprettige situatie in het heden

Je begint met een situatie in het hier en nu die je raakt of waarin je vastloopt. Bijvoorbeeld: je voelt je afgewezen, machteloos of verdrietig. Deze gevoelens zijn vaak sterker dan je zou verwachten bij de situatie zelf. Dat komt omdat er iets ouds wordt aangeraakt — een herinnering of ervaring van vroeger.

Voorbeeld: Je voelt je buitengesloten in een groep, en dat raakt je dieper dan je zou willen.

 

 

2. De historische scène uit het verleden

2. De historische scène uit het verleden

Samen met de therapeut ga je op zoek naar een herinnering uit je jeugd die lijkt op de situatie van nu. Je sluit je ogen en stelt je voor dat je teruggaat naar dat moment. Je bent weer dat kind, in die situatie, met die gevoelens. Je beschrijft wat er gebeurt, wat je voelt, wat je nodig hebt — zonder het te analyseren.

Voorbeeld: Je herinnert je dat je als kind vaak alleen op het schoolplein stond, terwijl anderen samen speelden.

3. Het nieuwe script: rescripting

3. Het nieuwe script: rescripting

Nu komt het helende deel. De therapeut helpt je om het oude verhaal te herschrijven. Je stelt je voor dat er iemand komt die jou helpt: een gezonde volwassene, een fantasiefiguur, of jijzelf als volwassene. Die persoon grijpt in, biedt troost, bescherming of erkenning. Je krijgt alsnog wat je toen nodig had.

Voorbeeld: Jij als volwassene loopt naar het kind toe, zegt dat het niet zijn schuld is, nodigt hem uit om mee te spelen en blijft bij hem.

4. Het tegengif: de veilige plek en de gezonde volwassene

4. Het tegengif: de veilige plek en de gezonde volwassene

Na het herschrijven van de herinnering, wordt er een tegengif toegevoegd: een gevoel van veiligheid, steun en rust. Je kunt je voorstellen dat je op een veilige plek bent — een plek die jij zelf kiest en waar je je op je gemak voelt. Hier kun je altijd naartoe terugkeren in je verbeelding. De gezonde volwassene in jou wordt versterkt: die weet wat je nodig hebt, zorgt voor je en helpt je om met moeilijke situaties om te gaan.

Voorbeeld: Je stelt je voor dat je op een rustige plek bent, zoals een strand of een warme kamer, waar je je veilig voelt en tot rust komt.

Waarom werkt dit?

Waarom werkt dit?

Door op deze manier terug te gaan naar oude pijn en die te herschrijven, ontstaat er ruimte voor heling. Je leert dat je wél belangrijk bent, dat je wél bescherming verdient, en dat je niet meer machteloos hoeft te zijn. Imaginaire rescripting helpt je om oude patronen los te laten en nieuwe, gezonde manieren van omgaan met jezelf en anderen te ontwikkelen.